Er zijn in Nederland steeds meer katten die binnengehouden worden. Eigenaren hebben hier verschillende redenen voor. Het kan bijvoorbeeld gevaarlijk zijn vanwege het verkeer in jouw buurt om je kat veilig buiten te laten lopen. De kat kan ook een handicap hebben zoals doof of blind zijn. En wat ik regelmatig hoor is dat eigenaren de buurt niet lastig willen vallen met hun keuze om een kat te hebben.
Katten blijven echter katten en dat betekent het belangrijk is voor hun welzijn dat ze binnenshuis soorteigen gedrag kunnen uiten. En dat betekent voor de eigenaar dat ze de leefomgeving van de kat aanpassen aan zijn behoeftes.
Wat is nou soorteigen gedrag bij katten?
Soorteigen gedrag is gedrag wat bij de desbetreffende diersoort hoort. Net als wij mensen behoefte aan fysiek contact hebben, hebben katten ook hun behoeftes. Dit is niet iets waar je omheen kan, ze moeten dit gedrag kunnen tonen. Als ze dat niet kunnen, kan er probleemgedrag ontstaan zoals agressie naar een andere kat in huis of naar de eigenaar.
Wat katten willen is kunnen klimmen, jagen, krabben, exploreren, veilig kunnen poepen en plassen, veilig kunnen slapen en veilig kunnen eten en drinken. Natuurlijk heeft de ene kat meer behoefte om bijvoorbeeld te jagen dan een andere, maar dat betekent nog niet dat hij helemaal niet wil jagen. Ik zie vaak bij binnenkatten dat ze zich vervelen omdat ze niet kunnen jagen en exploreren. Dus kijk vooral naar het gedrag van je kat en hoe zijn leefomgeving eruitziet. Ligt hij bijvoorbeeld graag op een hogere plek, maar is er nog een kat die dat ook graag doet, zorg er dan voor dat er meerdere van dat soort plekken zijn.
Hoe zie je dat het goed gaat met jouw binnenkat?
- Dit kan je bijvoorbeeld zien aan zijn slaaphouding. Ligt hij geregeld op zijn zij of rug, dan voelt hij zich veilig. Slaapt hij met zijn ogen dicht, staan de oren naar voren, ligt de staart losjes om hem heen en is er geen spierspanning? Dan ligt hij ontspannen te slapen.
- Speelt hij elke dag met objecten, de andere kat in huis of met jou? Klimt hij geregeld en is hij actief? Dan zit hij waarschijnlijk goed in zijn vel.
- Plast hij tussen de 3 en 5 keer per dag en poept hij in ieder geval 1 keer per dag? Rent hij niet van de kattenbak af, begraaft hij zijn plas of poep en wordt hij niet lastiggevallen door een andere kat? Dan is de kans groot dat hij normaal kattenbakgedrag toont.
- Zie je je kat meerdere keren per dag drinken? Eet hij ontspannen, namelijk zittend en rustig? Of schrokt hij en eet hij staand? Dan voelt hij zich waarschijnlijk niet op zijn gemak.
- Een kat die goed in zijn vel zit zal ook regelmatig bij je in de buurt willen zijn. Hij komt dan naar je toe, vaak met een hoge staart en het puntje in een krul, geeft je een kopje en kan gaan spinnen bij het contact. Sommige katten liggen graag op schoot, maar andere katten willen liever naast je liggen of in een hoge klimpaal. En dat is helemaal goed zolang hij dit mag doen.
In de volgende blog ga ik verder in op wat binnenkatten nodig hebben om gelukkig te zijn.