Voor kinderen kan het ontzettend leuk zijn om met een kat te leven. Samen spelen geeft plezier en samen knuffelen biedt warmte en troost. Een goede band tussen kind en kat is echter niet vanzelfsprekend. Allereerst is de keuze voor een kat belangrijk; sommige katten zijn beter geschikt voor een gezinsleven dan andere.
Ideale gezinskat
De ideale familiekat is goed gesocialiseerd met kinderen en heeft een hoge tolerantiegrens. Voor nerveuze en timide katten is leven met kinderen vaak te stressvol. Echter, hoe tolerant de kat ook is, het is ook belangrijk dat de ouders hun kind leren hoe ze met een kat moeten omgaan.
Kind leren omgaan met katten
Kinderen moeten bijvoorbeeld leren hoe ze een kat het beste kunnen benaderen; rustig en met uitgestoken hand zodat de kat eerst kan ruiken. Voor het aaien geldt: alleen aaien als de kat dat wil, bijvoorbeeld als de kat zelf naast het kind komt zitten of liggen. De meeste katten vinden alleen aaien op hun kopje prettig. Laat kinderen een kat niet oppakken, tenzij de kat er van geniet. Het kind moet de kat dan wel goed ondersteunen en sterk genoeg zijn om de kat te tillen. Afspraken maken over het met rust laten van de kat, bijvoorbeeld als hij op een bepaalde plek zit of ligt, is ook belangrijk.
Goede band opbouwen
Door kinderen regelmatig iets lekkers te laten geven aan de kat en met de kat te laten spelen, zal een kat het kind als iets positiefs zien. Laat kinderen echter nooit met hun handen spel uitlokken bij de kat of met handen stoeien. Dit kan leiden tot spelagressie waarbij de kat het kind als prooi kan gaan zien. Zo kunnen kinderen ook beter geen ren- of achtervolgspelletjes spelen met de kat. Laat kinderen altijd speelhengels gebruiken in het spel. Ook bij het spelen zijn een paar dingen belangrijk. Laat de hengel niet te snel heen en weer zwaaien, maar over de grond bewegen en af en toe stilhouden. En laat hengels niet in het gezicht van de kat duwen, maar juist van hun af bewegen (zoals een prooi zou doen).
Rust bieden
Een kat in een gezin met kinderen is ook gebaat bij vluchtmogelijkheden zodat hij kan vluchten als hij geen interactie wil. Denk bijvoorbeeld aan muurplankjes, hoge klimpalen of kasten waar de kat op kan springen. Voer, water en kattenbakken kunnen ook het beste op plekken neergezet worden waar het kind geen toegang toe heeft. Verder is het, vooral bij jonge kinderen, erg belangrijk dat er ten minste één kamer is waar de kat zich in kan terugtrekken als ‘veilige plek’ in huis. Dit is een gebied waar de kinderen geen toegang toe hebben en de kat naar toe kan gaan als het allemaal wat teveel wordt. Dit zorgt ervoor dat de kat controle heeft over zijn omgeving en dat helpt stress te voorkomen.