In de zomermaanden, van juni tot augustus bloeien over het algemeen de grasaren. Ze staan overal maar vooral in de berm, vaak op de uitlaatgebieden van de honden en op grasvelden. Het is een vervelend onkruid die tegenwoordig ook steeds meer in de woonwijken tussen de stoeptegels groeit.
Bij het uitlaten van de hond is het dus goed opletten waar u uw hond laat snuffelen. De grasaren hebben namelijk een scherpe punt en een soort weerhaakje waardoor ze steeds dieper kruipen. Eenmaal op de hondenvacht kan het dus zijn dat de scherpe punt zich in de huid boort en steeds dieper in de vacht en zelfs de huid doordringt. Omdat de grasaar als een soort paraplu zich ontvouwt, kan het maar 1 kant op en dat is naar voren. Heel gevaarlijk dus als de aar op de hond terechtkomt tijdens de wandeling.
De voornaamste plekken die ik bij honden met een grasaar in de salon en dierenkliniek tegenkom zijn de oren, neus en pootjes. Dit zijn de plekken waar we, soms als we geluk hebben, de aar met een speciale pincet kunnen verwijderen.
Verwijder overtollig haar aan voetzolen
Vooral honden met veel haar op en rond hun oren en poten hebben meer kans om zo’n vervelende aar in hun vacht te krijgen. Bij een grasaar in het oor, merk je dat de hond veel met zijn kop gaat schudden en met zijn oren gaat flapperen. Bij grasaren in de pootjes zie je vaak dat hond op één plaats extreem veel gaat likken en soms zie je een dikke bloederige blaar ontstaan. Dit betekent dat de grasaar via de onderkant van de voetzool, zich een weg naar boven heeft geboord en er via de bovenkant van de poot weer uit zweert. We moeten dan de zere ontstoken teen opensnijden om zo de aar met een pincet te kunnen verwijderen. Door het vele haar wat tussen en onder de pootjes zit, is de kans dat delen van de grasaar zich makkelijk kunnen aanhechten op de vacht. Hoe minder haar er tussen de voetzolen zit, hoe minder kans op aanhechting en problemen.
Preventie
Loop altijd na de wandeling de hond na of er geen akelige stekels in zijn vacht zijn blijven hangen. Hoe eerder je erbij bent om het te verwijderen, hoe beter het is. Vermijd vooral de plekken waar de grasaren veel groeien. Vaak is dit wel op de uitlaatgebieden of plekken waar veel geplast wordt. Zelfs als het gras gemaaid is, kunnen de kruipertjes als losse deeltjes achterblijven in het gras en alsnog voor narigheid zorgen. Zie je dat je hond ergens last van heeft door overmatig niezen, likken op poot of schudden met de kop, aarzel dan niet om direct een afspraak te maken bij de dierenarts. Wellicht kunnen zij dan nog op tijd een vervelende grasaar ontdekken en verwijderen.
Bron headerfoto: LICG