Kan een kat gelukkig zijn als hij binnen wordt gehouden?

We zien dat veel katten die herplaatst worden binnenkatten zijn die probleemgedrag vertonen. Dit probleemgedrag ontstaat vaak door verveling en stress. Binnenhouden is misschien veiliger, maar de kat wordt er in de meeste gevallen niet blijer van. Buiten-zijn geeft vrijheid en vergroot het welzijn van de kat. 

De behoeften van de huiskat

Van recent onderzoek vanuit het kattenkenniscentrum hebben we bij Verhuisdieren weer enorm veel geleerd over binnenkatten. Er wordt aangenomen dat huiskatten langer leven als ze binnen worden gehouden en niet worden blootgesteld aan de risico’s van het buitenleven. Maar binnenkatten hebben meer kans op overgewicht (Arena et al., 2021; Rowe et al., 2015; Slingerland et al., 2009) en kunnen vaak niet genoeg jagen en ontdekken. Uiteraard geldt dit ook voor andere (huis)dieren. De hond in een betegelde achtertuin, het parkietje in een kooi, het konijn alleen in een hok en het paard dat de hele dag op stal staat, is ook minder gelukkig door al die vrijheidsbeperking. En opvallend: verschillende onderzoeken laten zien dat baasjes van binnenkatten meer gedragsproblemen rapporteren (Foreman-Worsley et al. 2021).

Lees hier het hele onderzoek: Visie op jachtgedrag van de loslopende kat in Nederland

Kan je een kat als binnenkat houden?

Wij adviseren altijd dat een kat naar buiten gaat, of minimaal een buitenruimte heeft. Helaas leven steeds meer katten in Nederland binnen. Baasjes hebben daar verschillende redenen voor: druk verkeer in de buurt, wonen op een flat, buren geen last willen bezorgen, een dure raskat (angst voor diefstal) of omdat de kat doof, blind of gehandicapt is. Als een kat iets mankeert is het binnenhouden een heel ander verhaal. Maar voor gezonde vitale katten adviseren wij - met bovenstaand onderzoek in ons achterhoofd - een kat altijd toegang tot buiten te geven.

Wil je toch je kat echt binnenhouden? Dan roept het wel de vraag op: hoe zorg je dat je kat binnen dan wel écht gelukkig blijft?

Kat blijft kat, ook binnen in huis 

Of je nu een bankhanger of een avonturier in huis hebt: katten blijven katten. Dat betekent dat ze hun soorteigen gedrag moeten kunnen uiten, óók als ze niet naar buiten gaan. Denk aan klimmen, jagen, krabben, exploreren, veilig eten, slapen en natuurlijk een schone plek om hun behoefte te doen.

Kan een kat (een deel van) dit gedrag niet kwijt, dan ligt verveling of probleemgedrag op de loer. Agressie naar een andere kat of zelfs naar jou als baasje is dan niet uitgesloten. Dus: hoe meer je de leefomgeving van je kat afstemt op zijn behoeftes, hoe fijner en veiliger hij zich voelt.

Hoe zie je of je binnenkat happy is?

Een blije binnenkat herken je aan kleine signalen:

• Slapen als een roosje – ligt hij op zijn zij of rug met ontspannen spieren? Dan voelt hij zich veilig.

• Speelgedrag – jaagt hij achter speeltjes aan, klimt hij op zijn krabpaal of speelt hij met jou? Dan zit hij goed in zijn vel.

• Gezond kattenbakgedrag – 3 tot 5 plasjes per dag en minimaal 1 keer poepen is normaal. Graaft hij netjes en rent hij niet gestrest weg? Dan is het in orde.

• Eet- en drinkgedrag – rustig zittend eten en meerdere keren per dag drinken wijst op ontspanning.

• Aandacht zoeken – een hoge staart met een krul, kopjes geven en spinnen bij contact: dat zijn tekenen van een gelukkige kat.

Binnenruimte vergroten

Een binnenkat heeft eigenlijk zo’n drie tot vijf kamers nodig. Dat lijkt veel, maar je kunt je ruimte ook verticaal vergroten. Katten zijn klimmers! Denk aan hoge planken, een klimpaal of een zelfgemaakt trapje naar boven. Voeg genoeg krabmogelijkheden toe, en voilà: een rijkere wereld voor je huistijger.

Buiten naar binnen halen

Heb je een tuin? Dan kun je die katveilig afzetten: onze grootste aanrader. Is dit echt geen optie? Dan haal je buiten naar binnen. Blaadjes, dennenappels, veilige planten of een bak met graszoden: allemaal kleine natuurcadeautjes. Zelfs regenwater in een bak kan een traktatie zijn, want veel katten vinden dat meestal lekkerder dan kraanwater.

Mentaal bezig blijven

Jagen hoort erbij – ook voor een binnenkat. Omdat echte muizenjacht geen optie is, zorg jij voor alternatieven:

• speelhengels, speelgoed met geur (kattenkruid, valeriaan, matatabi)

• speeltjes afwisselen zodat het spannend blijft

• voerpuzzels of simpele DIY’s zoals een eierdoos met brokjes

Zo moet je kat moeite doen voor zijn eten en blijft hij mentaal geprikkeld. Begin makkelijk en maak het langzaam uitdagender.

Meerdere katten in huis?

Dan geldt de gouden regel: aantal katten + 1 voor alle belangrijke zaken. Dus net iets meer kattenbakken, waterbakken, voerplekken, slaapplekken én krabpalen dan je katten hebt. En vergeet niet: zet ze door het hele huis, ook op hoogte. Zo voorkom je ruzie en stress.

Angstige katten

Sommige binnenkatten ontwikkelen angst. Angst kan zich uiten in platliggende oren, vergrote pupillen, een gedrukte houding of zelfs blazen en vluchten. Soms ligt er een nare ervaring of medische oorzaak onder. Zie je dit gedrag? Straf je kat nooit, maar schakel een kattengedragstherapeut in. Die kan jou en je kat helpen om stap voor stap weer rust en vertrouwen op te bouwen.

Conclusie: advies is buitenruimte!

Alle katten – dus óók binnenkatten – hebben het nodig om hun natuurlijke gedrag te uiten. Kan dat niet, dan ontstaan sneller gedragsproblemen. Ons advies; zorg ervoor dat de kat een buitleven kan hebben. De keuze om je kat binnen te houden is soms wegens een handicap of (besmettelijk) ziekte niet anders, maar het vraagt wél om extra inzet van jou als baasje. Met voldoende klimplekken, krabmogelijkheden, speelmomenten en slimme trucjes haal je het buitenleven een beetje naar binnen.

Ben jij echt op zoek naar een kat die echt niet naar buiten kan/mag? Kies dan voor een kat die iets mankeert. Misschien drie pootjes heeft, doof of blind is of misschien een van de kattenziektes FeLV of FIP heeft. Ook deze katten hebben namelijk recht op een fijn leven, maar voor hen (of voor de buurtkatten) is het echt beter dat ze in een veilige binnenruimte verblijven. 

Zoekprofiel aanmaken