Verhuizen naar een nieuwe plek is stressvol voor mensen, maar dat geldt ook voor veel katten. Mijn eigen kater verstopte zich drie dagen achter de gordijnen voordat hij een beetje tevoorschijn durfde te komen.
Gelukkig zijn niet alle katten zo angstig als die van mij, maar veel katten zoeken wel een schuilplek wanneer ze in een nieuw thuis komen. Op deze manier kunnen ze de nieuwe situatie, het liefst in hun eigen tempo, ontdekken.
Hoe ga je met angstige katten om?
Aan angst kan zeker wat gedaan worden! Wat kan je doen om het je nieuwe huisgenoot zo aangenaam mogelijk in zijn nieuwe thuis? Zorg van te voren dat je een rustige ruimte hebt die je kunt afsluiten. In deze ruimte plaats je alle belangrijke bronnen zoals voer, water, speeltjes, kattenbak en schuil- en slaapplekken. Heb je meerdere katten in huis? Dan is zo’n ruimte nog belangrijker omdat de katten langzaam aan elkaar geïntroduceerd moeten worden. Er komt tenslotte voor de bestaande katten een indringer in het huis en de nieuwe huisgenoot moet ook wennen aan het nieuwe territorium.
Wanneer de nieuwe kat in huis komt plaats hem dan in deze ruimte en zet de reismand open. Verlaat vervolgens de kamer en laat hem in zijn eigen tempo de ruimte gaan verkennen. De nadruk in dit proces ligt op ‘alles in het tempo van de kat’! Je hebt geduld nodig om een wat angstige kat aan de nieuwe situatie te laten wennen.
Vertrouwen opbouwen
Het is belangrijk om vertrouwen op te bouwen. Wat je kunt doen is regelmatig bij hem in de ruimte gaan zitten zonder contact te zoeken met de kat. Kies een plek op afstand van waar de kat op dat moment is. Blijf lekker zitten, lees een boek, speel een spelletje (zonder geluid) op je tablet of kijk wat tv. Wanneer je de kat aankijkt knipper dan langzaam met je ogen, maar doe verder niks om contact te maken met hem. Laat de kat het initiatief nemen tot contact. Dit kan een paar dagen duren, maar het kan ook sneller gaan.
Je kunt daarnaast iets heel lekkers te eten neerzetten zoals kipfilet, smeerworst of gekookte vis tussen jou en de plaats waar hij zit. Dit blijf je net zo vaak doen tot hij wat meer tevoorschijn komt. Dan kan je het eten met kleine stapjes steeds dichter bij jou zetten. Als hij dan nadert, maak dan nog steeds geen contact en maak het liefst ook geen onverwachte bewegingen of geluiden.
Lok je kat met iets lekkers
Wanneer de kat vervolgens contact met je zoekt laat hem dan lekker snuffelen, maar aai hem nog niet. Je kunt hem beter eerst laten wennen aan je handen door er bijvoorbeeld wat smeerkaas op te smeren.
Wanneer hij een volgende keer rustig is wanneer je binnenkomt, begint met rondlopen, goed eet en drinkt en wat speelt met een speeltje kan je eens kijken hoe hij reageert wanneer je de kamerdeur open zet. Dit doe je alleen als een introductie met andere katten of andere huisdieren niet aan de orde is. En zo kan je hem langzaam aan alle ruimtes laten wennen. Laat de kamerdeur wel altijd open staan, hij is namelijk gewend aan deze ruimte en hij voelt zich hier veilig.
Wanneer een kat erg angstig is, verklein dan de stappen en verlaag het tempo. Hoe meer je rekening met hem houdt, hoe sneller hij kan wennen.
Blijft de kat angstig gedrag tonen, dan is dat het moment om een gedragstherapeut voor katten in te schakelen!