Eigenaren die een kat straffen, zijn er vaak van overtuigd dat de straf werkt. Als ze thuiskomen en ontdekken dat de kat iets gedaan heeft wat niet mag, kruipt of rent de kat immers weg. ‘Hij weet dat het niet mag’ is dan de gedachte.
Een kat die bij thuiskomst wegkruipt of -rent, beseft niet dat hij iets heeft gedaan wat niet mag. Wat de eigenaar ziet is zijn angst voor straf; de kat heeft uit ervaring geleerd dat hem iets vervelends staat te wachten en probeert dit te vermijden.
Geen besef van goed en kwaad
Katten leren dus wel – namelijk de associatie ‘eigenaar = onaangenaam’ – maar hebben geen besef van goed en kwaad. Een kat zal dus niet bedenken dat hij bijvoorbeeld op de bak had moeten plassen als hij wordt gestraft voor een plas in huis.
Straf leidt in dat geval tot angst voor de eigenaar en tot plassen in huis in afwezigheid van de eigenaar, maar niet tot plassen in de bak. Het heeft dus niet het gewenste effect.
Zoek oorzaak ongewenst gedrag kat
Straf uw kat niet, maar ga op zoek naar de oorzaak van het ongewenste gedrag. Waarom vertoont de kat het gedrag? Wil hij op het aanrecht omdat hij vanaf het aanrecht een mooie hoge overzichtsplek heeft? Krabt hij aan de bank omdat er geen geschikte krabpaal is? Plast hij buiten de bak omdat de bak overdekt of vies is? Bied de kat vervolgens datgene aan wat u denkt dat de kat nodig heeft.
Fabel: Onzindelijke kat is gestrest
Fabel: Agressive kat fysiek de baas zijn
Fabel: Vechtende katten het zelf laten oplossen
Fabel: Kat plast uit jaloezie